De mijnendienst van de Koninklijke Marine
SIT MARE SECURM
OPDAT DE ZEE VEILIG ZIJ.
Als je als ex mijnenveger Hr. Ms. Naaldwijk tot de oudevloot van de Dokkumklasse behoort, waarvan er nog slechts enkele in de vaart zijn, dan is contact onderhouden met de Mijnendienst van groot belang.
KTZ Van Zanten neemt het vaandel van de Mijnendienst in ontvangst uit handen van de v-Admiraal Mathieu Borsboom. (foto: Jaime Karreman/Marineschepen.nl 1 maart 2013).
Deze pagina is nog in ontwikkeling.
Voor meer informatie kunt u wel al kijken op:
Het mijnenvegen in beknopt versie
(foto)De Hr. Ms. Naaldwijk in volle dienst met nog open brug, op de rede van Oostende in 1963.
Wat was nu precies de functie van de Hr. Ms. Naaldwijk M809? Het was een mijnenveger in de jaren ’50 t/m ’90 van de vorige eeuw. Hoe ging dat mijnenvegen in zijn werk en om welke type mijnen ging het?
Inleiding: De “Naaldwijk” is een schip, dat bij de Koninklijke Marine als “mijnenveger” diens heeft gedaan, waarmee bedoeld wordt dat dit schip mijnen uit zee moest opvissen. Mijnen zijn in dit geval onder water liggende of drijvende bommen, die ontplofte als er een schip overheen of tegenaan zou varen. Een erg vredeliefde taak, niet waar, de rommel van een ander te moeten opruimen. In de Noordzee treft men niet alleen mijnen aan uit WOII, maar ook nu nog uit WOI. Sommigen liggen al jaren onder het zand, maar kunnen toch nog gevaar opleveren. Regelmatig gebeurd het dat vissers mijnen uit zee opvissen.
Het schip is uitgerust om 3 soorten mijnen onschadelijk te maken: – Contactmijnen, waar men tegenaan moest varen om ze te laten ontploffen. – Akoestische mijnen, die op geluid reageren. – Magnetische mijnen, die op (scheeps-) magnetisme reageren. Hier onder worden deze type mijnen toegelicht en hoe zij onschadelijk werden gemaakt.
Dit zijn de bekende bollen met stekels zoals mijnen over het algemeen worden aangeduid. (zie ook de symbolen op de schoorsteen van het schip). Deze mijnen liggen verankerd aan een kabel of een ketting met een zwaar (beton) blok op de bodem van de zee en hangen als ballonnen een paar meter onder de oppervlakte van het water.
Meestal op een meter of 6 diep, bedoeld voor schepen met een flinke diepgang. Daarom is de mijnenveger zo gebouwd, dat de kiel niet meer dan plm. 3 meter onder water steekt, waardoor over de mijnen heen gevaren kan worden zonder deze te raken.Achter het schip ( behoorlijk ver, zo’n 500 meter) wordt een stalen kabel gesleept, die op de goede diepte wordt gehouden door drijvers met vlaggetjes erop. Dit zijn de witte dingen die op diverse plekken op het dek staan.
Vaak ook wordt de kabel gesleept tussen twee mijnenvegers in en als deze kabel achter een mijnkabel blijft hangen gaat er automatisch een sterke schaar heen, die de kabel doorknipt. Daardoor komt de mijn aan de oppervlakte en kan dan met het kanon onschadelijk worden gemaakt. Op de Naaldwijk tond dat kanon op de opbouw op het achterschip.Het vegen van verankerde mijnen:
A. Mijnenveger.
B. Vlieger om de veegreep (e) onder water te houden.E. Veegreep (ook wel veeglijn genaamd) met snijklauw c.q. explosieve klauwen teneinde de ankerkabel van de verankerde mijn door te snijden c.q. door te slaan. Daardoor komt de mijn (die lichter dan het water is) aan de oppervlakte.
C. Scheerbord om de veegreep schuin achter de mijnenveger te doen scheren. Dit scheerbord scheert parallel mee schuin achter de varende mijnenveger
D. Drijver om het scheerbord en daardoor de veegreep “op te houden”.
Deze mijnen reageren op geluid van motoren, scheepsschroeven, pompen, trillingen enz. Omdit soort mijnen te vegen worden al deze soorten geluid onder water ver achter het schip nagebootst, terwijl op het schip zelf alles is gedaan om het schip zo geluidsarm mogelijk te maken. De diesels en de pompen staan allemaal op rubberen geluid- en trillingsdempers, alle verbindingen die trilling en geluid naar het water om het schip heen zouden kunnen afgeven, zijn van rubber slangen voorzien, enz.
De verschillende soorten geluiden worden nagebootst door een paar onderwater luidsprekers, “hamers” die met een elektrische kabel aan het schip verbonden zijn. De hamers staan op het dek aan bakboord en aan stuurboord naast de schoorsteen. Zij worden met de bijbehorende drijvers door de “laadbomen” overboord gehesen en met de grote lier (de veeglier) op het achterdek uitgevierd tot ver achter het schip.
A. De Mijnenveger.
B. Hamerreep, ter ophanging van het acoustisch veegtuig (c). In deze reep bevindt zich een elektrische kabel om het veegtuig te voeden.
C. Acoustisch veegtuig (ook wel “hamer”genaamd), welke een geluidstrilling rondom uitzend.
Deze mijnen reageren op de verstoring van het aardmagnetisme door een overvarend schip. Voor het vegen is het dus zaak zelf niet magnetisch te zijn, maar achter de mijnenveger een kunstmatig magnetisch veld aan te slepen, dat het schip nabootst. dit kunstmatige veld weordt gemaakt met een aan drijvers hangende kabel (lus) waar doorheen een elektrische stroom wordt gestuurd die op deze wijze een magnetisch veld opwekt alsof er een schip vaart en de mijn tot ontploffing brengt. Daar deze mijnen ook wel geprogrammeerd worden om pas bijvoorbeeld bij het derde schip af te gaan, kan door ‘impulsen’ van de elektrische stroom in de kabellus gesuggereerd worden dat er een aantal schepen over de mijn is gevaren voordat hij ontplofte.
A. De mijnenveger.
B. Sleepreep.
C. Scheerdrijvers om de veegreep (D) aan de uiteinden “open” te houden. zij trekken dus, als het ware, de veegreep ter plaatse uit. Veegreep (ook wel veeglijn genaamd) waarbij de lus ( op ongeveer 100 meter achter de mijnenveger het magnetischveld wordt op opgewekt.
Voor al deze manieren van mijnenvegen heeft de Naaldwijk de apparatuur en de bediening aan boord zoals;
– De grote diesel met dynamo (veegdiesel) in het midden van de hulpmachinekamer.
– De elektrische apparatuur in het Hoofdschakelbord, ook in de hulpmachinekamer.
– Een controlekamer ( de veeghut) vanwaar alles bestuurd wordt, op het bakdek in de accommodatie onder de brug.
Het schip vaart dus heel ondiep, is trillingsvrij, geluidsvrij en antimagnetisch. Daarom is de Naaldwijk met zijn diesels en alle apparatuur gemaakt van aluminium, antimagnetisch staal, koper en voorzien van een houten huid.